Sinds 1702 bestond de Nederlands Hervormde Gemeente te Stevensweert. Als laatste predikant werkte daar Ds. De Peer die in het jaar 1951 afscheid nam van deze Gemeente. Door de Algemene Synode werd aan de Raad Varende Gemeente toestemming gegeven om op voordracht en onder toezicht van deze Raad en in overleg met de Kerkenraad van Stevensweert een predikant te mogen beroepen voor het werk onder de schippers met als standplaats Maasbracht.
Deze predikant verrichtte zijn arbeid onder verantwoordelijkheid van de Schippersraad district Limburg. Ds. Van der Ende was destijds voorzitter van deze raad. In 1943, ten tijde van de tweede wereldoorlog, werd Kandidaat Mager beroepen om als eerste voorganger te gaan werken voor de Hervormde gemeente te Maasbracht. Vanwege de woningnood in die tijd ging hij wonen op een woonark (passend bij een schippers-predikant). Het predikants-traktement werd betaald door de Raad Varende Gemeente. Nadat Ds. Mager in 1947 werd beroepen naar de Hervormde Gemeente te Roermond moest worden uitgezien naar een nieuwe voorganger.
Daartoe werd in 1947 Kandidaat Bronsgeest uit Leiden beroepen als nieuwe Schippers-predikant te Maasbracht. In de periode van Ds. Bronsgeest werden al snel plannen gemaakt voor de bouw van een kerk, pastorie en onderwijzerswoning. Dat was de aanzet voor de bouw van het kerkgebouw bekend onder de naam ‘het witte kerkje’, waarin de Nederlands Hervormde Gemeente te Maasbracht gekerkt heeft tot aan de fusie.